Paw Paw
De Nederlandse pawpaw als ‘lokale’ concurrent van tropische vruchten. Vooral de pawpaw is een perfecte vervanger van de massaal geïmporteerde vruchten zoals de mango, banaan en de sinaasappel. De pawpaw bevat, naast een hoog vitaminegehalte, heel veel mineralen, zoals magnesium, ijzer en zink. Daarmee concurreert deze vrucht met de banaan, mango en sinaasappel die duizenden kilometers moeten ‘afleggen’ voor zij bij ons op de fruitschaal liggen.
De pawpaw (ofwel Asimina triloba) is een heel bijzondere en unieke vruchtsoort. Deze vrucht is oorspronkelijk afkomstig uit de bossen van Noord-Amerika. Hoewel de vrucht in het jaar 1541 al voor het eerst beschreven is, heeft de ontdekking hiervan nooit tot commerciële teelt geleid. Wel zijn er verschillende Amerikaanse universiteiten die onderzoek hebben gedaan naar de medicinale toepassing van de plant. De laatste jaren is de vrucht in Amerika een stuk populairder geworden: het wordt inmiddels zelfs het ‘vergeten fruit’ van Amerika genoemd. Ook in Europa is de pawpaw enorm in opkomst. Aan de van oorsprong Noord-Amerikaanse pawpawboom groeien trosjes met drie tot vijf afzonderlijke vruchten. Die het heel goed doen in het Nederlandse klimaat. Hoewel zij zeer winterhard is, tot wel -20 graden, houdt de pawpaw ook van de luwte en veel zon.
In de voedingswaardetabel wordt de pawpaw vergeleken met de banaan, appel en sinaasappel. Extra interessant qua voedingswaarde van de pawpaw zijn de mineralen en aminozuren. Bij bijna alle geteste onderdelen, scoort de pawpaw het hoogst. Het meest opvallende zijn de mineralen zoals ijzer, magnesium, zink en koper. Deze mineralen zijn in relatief hoge concentraties aanwezig in de vrucht. Er zit zelfs ruim twintig keer zoveel ijzer in de pawpaw als in een banaan. De pawpaw bevat daarnaast ruim twintig keer zoveel magnesium als een appel.